Wie De Toverberg gelezen heeft, heeft vermoedelijk de viering van het honderdjarig bestaan van het boek niet nodig om er regelmatig aan terug te denken. Het is zo’n boek dat aan je lijf blijft plakken – in goede zin, hoewel het lang geen comfortabel boek is. De ellenlange discussies tussen Settembrini en Naphta, en daartussen de aarzelende ontluiking van Castorp als autonoom individu, worden soms voorgesteld als bildungsroman, dan weer als een meedogenloos sfeerbeeld van het maatschappelijk verval in het tijdsbestel waarin het geschreven werd.
Het bedwelmende effect van de roman komt, wat mij betreft, voornamelijk voort uit het feit dat in het ritme van de gesprekken en de kleine gebeurtenissen het sympathische zenuwstelsel het langzamerhand overneemt van de ratio, die tegen het eind van de 900 pagina’s helemaal tot capitulatie wordt gedwongen. Anke Gilleir vat het misschien het beste samen in De Tijd: De Toverberg lezen is als in een warm bad stappen.
De Toverberg heeft menig kunstenaar op talrijke uiteenlopende manieren geïnspireerd, ook honderd jaar later. Voor Veerle Verbeke vormde het alvast het startpunt van een reeks werken. Toen ze tot de vaststelling kwam dat ze maar liefst drie versies van het boek in huis had, besliste ze de oudste versie te verscheuren en te gebruiken als canvas voor een reeks portretten. Voor wie, net als ik, huivert bij de gedachte aan boekverbranding of vernietiging van welke aard ook: wees clement in dit geval. De vertalingen uit het midden van de vorige eeuw zijn op zijn zachtst gezegd niet zo vlot leesbaar voor een hedendaags publiek. Daarbij komt dat Veerle de pagina’s gebruikte om de conversaties in het boek voort te zetten, zij het op haar eigen manier.
Op de vellen tekende ze het portret van vrouwelijke filosofen die ze bewondert: Simone De Beauvoir, Simone Weil, Hannah Arendt, Ayn Rand. Niet zelden voedden de woorden van Mann op de grondlaag de dialogen die Veerle mentaal voerde met deze illustere denkers terwijl ze hun portret maakte. Het vurigst spreekt ze over de filosofe, theologe en wetenschapster Lou Salomé, die met haar levenskeuzes en filosofische traject kan gelden als de eerste vrijgevochten vrouw – lang geen evidentie in tijden waarin een vrouw nog als een zielloos voorwerp werd aanschouwd.
Op de expo De Mens in Campo Santo bekijk ik voor het eerst de hele reeks bij elkaar. De werken zo naast elkaar als geheel zien hangen, geeft ze de kracht van een statement: hier staat een autonoom mens die, zelfs al wordt ze geïnspireerd door andere denkers, een eigen pad bewandelt in de chaos van mogelijke richtingen en bestemmingen. De portretten gelden evengoed als eerbetoon als dankbetuiging, zo beeld ik mij in, voor de ijkpunten die ze op haar weg vormden.
De reeks is niet af, vertelt Veerle, alsof ze nog mogelijkheden wil openlaten voor nieuwe ontmoetingen en denkpistes – alsof ze, net als haar portretten, geen onbeschreven blad is, maar evenmin een boek dat aan zijn laatste hoofdstuk toe is.
De Toverbergcollectie, zo doopte Veerle haar reeks. Of het een magische reeks is, laat ik aan ieder over om te oordelen. Maar ze is alleszins krachtig en inspirerend: een open uitnodiging om niet enkel De Toverberg te (her)lezen, maar evenzeer om alle mensen te ontdekken die, in zijn kielzog, in alle vrijheid nadenken over de tijd waarin ze leven.
Leave a Reply