Marie Cloquet en de metafysica van de magnolia

Hoe verhouden we ons tot hoe de wereld zich aan ons presenteert? De vraag is minder onschuldig dan ze oogt. Meteen duiken we het ruime landschap in van de speculatieve metafysica. We weten al eeuwen dat de werkelijkheid slechts vervormd en fragmentarisch tot ons bewustzijn doordringt. Het vertaalproces is echter mistig. We interpreteren meer dan we zien. Volgens hedendaagse neurowetenschappen anticiperen we zelfs op wat we gewaarworden, en in het proces bepalen we zelf in grote mate wat we werkelijkheid zijn gaan noemen. Realiteit als consensus tussen gelijkaardige organische soorten, als chemische reactie op impulsen uit een voorgoed ongekende buitenwereld, met als enige doel het organisme zo lang als mogelijk of wenselijk overeind te houden. Deze vaststelling opent nieuwe perspectieven, weliswaar in de vorm van nieuwe speculaties.

Wie het geluk heeft met een magnolia in de tuin te leven heeft geen metafysische kwellingen als hierboven nodig om te beseffen dat er verschillende niveaus van zien bestaan. De overweldiging van de bloei noopt tot een saturatie van de zintuigen: we zien veel meer dan er in werkelijkheid is. Zien is hiermee ook voelen: een bloeiende magnolia laat niemand onberoerd. In verschillende culturen zijn we de boom als symbool gaan zien voor edelheid of volharding, voor jeugd en onschuld. Het zijn geen waarden die in de boom vervat liggen, het zijn associaties die cultureel zijn ingefluisterd doorheen het sedimentatieproces van hoe we als mens naar de dingen kijken.

Marie Cloquet maakte aan aantal monumentale werken met de magnolia als onderwerp. Het schokte haar eerst om de overweldigende bloei op foto vast te stellen: er bleken veel minder bloemen op de boom voor te komen dan zich in haar herinnering hadden genesteld; de overweldiging van het gevoel leek eerder schraal wanneer het door een ander, neutraler oog werd vastgesteld. Het behoort tot een prerogatief van de kunstenaar om de zaken voor te stellen hoe ze willen dat ze zijn, niet noodzakelijk hoe ze ons werkelijk verschijnen. In Maries magnolia bloeien wel duizend bloemen per tak, zo lijkt het toch. Maar tegelijk, als het waar is dat we ook, misschien voornamelijk, met ons gevoel zien, biedt ze een juister beeld van de werkelijkheid. Het is sublimerend, zeer zeker, maar daarom juist preciezer: elke toonaarde van het gevoel krijgt er een plaats en biedt toegang tot de wereld van emoties doorheen elke individuele visuele prikkel.

Gevoelens zijn echter efemeer, net als de bloei van de magnolia. Het is treffend dat de -aangevoelde- pracht van deze soort bijzonder kort is. Van een boom die naar verluid zo’n 95 miljoen jaar geleden is ontstaan kon je toch verwachten dat het zich wat langer aan het visuele genot van de mens zou presenteren, toch? In die zin leert de boom ons onze antropocentrische ijdelheid in toom te houden: we zijn slechts een nevenverschijnsel in de woekering van de natuur. Vanop het veilige perspectief van onze Belvédère aanschouwen we de natuur en menen we dat het landschap voor ons goedkeurend oog werd ontworpen. We vergeten al te makkelijk dat ook zonder onze verwonderde blik de magnolia in bloei zou staan.

Voor wie of wat bloeit ze dan? Het recente werk van Estelle Zhong Mengual, Leren kijken, schiet me te hulp. Ze leerde me zien vanuit het perspectief van de natuur, me zover als mogelijk los te rukken uit de louter menselijke contemplatie. In het geval van de magnolia van Marie: het perspectief misschien van een naburige magnolia, die verliefd en hunkerend naar haar buur kijkt; hoe ze vol bewondering en brandend verlangen, louter op gevoel meer ziet dan de werkelijkheid te bieden heeft; hoe ze verkleint en verkrimpt bij het zien van de majestueuze kracht van haar bloei en voorzichtig speculeert over hoe het zou voelen om in de vacht van deze verschijning te vertoeven, hoe ze, met andere woorden, verbloemd door emotie de visuele filters van zich af schudt en louter door gevoelens gedreven wordt. Maar ook: hoe ze als gelijke kijkt. Het perspectief is niet menselijk, het is frontaal. Het beeld biedt een spiegel voor een even belangwekkende magnolia.

Een gevaarlijke oefening, zo weet iedereen die wel eens blind verliefd is geweest. In een tweede versie van haar magnolia waarschuwt Marie voor de valkuil: de magnolia verschijnt in negatief, niet eens schrikwekkend of bedreigend, minstens even elegant en verbloemend, maar duisterder en gevaarlijker, als wou ze aangeven dat ook brandende gevoelens tot as vergaan, dat ook de pracht van het waargenomene eenmaal tot een gevoel vertaald in een verraderlijke natuur is gehuld. Of, misschien: hoe het voor de mens bedriegelijk kan zijn zich als gelijke op te stellen aan de eeuwigheid van de natuur.

Ook dit is, net als alles, metafysische speculatie, besef ik wel. Maar ook dit is leren zien


Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *