Een recensie schrijven over het boek van iemand die in een somber stuk van mijn leven een belangrijke rol heeft gespeeld, het leidt automatisch tot een wat gekleurd en, laten we eerlijk zijn, vooringenomen beeld ervan. Eddy en ik speelden in mijn studentenjaren in een groepje waarvan we beide de songs leverden, wat door onze respectievelijke smaken leidde tot een wat vreemde mix van folk en new wave. Voor zover we de tijd voor waren is die tijd nooit gekomen, al zijn we beide vermoedelijk nog steeds even trots op wat we toen produceerden.
We zijn elkaar jarenlang uit het oog verloren. Tot we via sociale media terug contact hadden -je mag het net als ik beginnen haten, toch biedt Facebook nog een aantal voordelen. Ik viel zowaar van mijn bankje wanneer hij me vertelde dat hij al die jaren als rechercheur voor de politie werkte. Het is niet onmiddellijk een omgeving waar ik hem mee zou associëren, om talrijke redenen die niet noodzakelijk ik woorden uitgedrukt hoeven te worden. Maar goed, ondertussen ben ik ook volwassen genoeg om van anderen te verdragen dat ze een eigen verrassende koers varen.
Eddy schreef dus een boek. Het werd een bewust onsamenhangende verzameling aan levensfragmenten, gedachten en getuigenissen, in schijnbaar willekeurige volgorde gebundeld. Het is een oefening die wel vaker een verrassend aangenaam effect sorteert, al biedt het ook geen garantie hiertoe.
De puristen onder ons zullen zich ietwat ergeren aan de onhandige zinnen in het betoog (“Kinderopvang is een sector, waar het steeds druk is”, of “George probeerde me in te halen in naaktheid en een beetje klungelig raakte hij ook ontdaan van zijn vestimentaire obstakels.”) De Socrates in ons zal zich dan weer in de haren krabben bij de vaststelling dat veel overtuigingen worden geponeerd zonder het met enig argument te belasten. Over de EU bijvoorbeeld: “Na nu reeds enkele decennia: verwezenlijkingen ten voordele van de bevolking, vooruitgang, UNIE? Laat me niet lachen!” Wie zoals ik net het vuistdikke boek van Hendrik Vos ‘Dit is Europa’ achter de kiezen heeft zal misschien tot dezelfde conclusie komen, al zal zijn beeld zeker en vast genuanceerder en dus scherper worden gesteld. Liefhebbers van ruwe en diepgaande maatschappijkritiek zullen enigszins op hun honger blijven. Het stukje over de reiservaring met de vliegtuigmaatschappij Biman laat bijvoorbeeld wat verbouwereerd achter. Er is op zich niet zo gek veel gebeurd om er een substantiële en gefundeerde klacht over te formuleren.
Dit alles wordt hem makkelijk vergeven wanneer hij in korte, gelijkmatige stukjes getuigt over de dossiers die hij in handen kreeg wanneer hij nog als rechercheur werkzaam was. Blijkbaar kreeg hij voornamelijk de gevallen voorgeschoteld die met zedenschennis en kindermisbruik te maken hadden. De goegemeente kent het fenomeen van kranten en politieke debatten, een rechercheur wordt weken- of maandenlang met zijn neus in de gedrukt, zit urenlang oog in oog met de daders van de meest walgelijke vorm van wreedheid. Welk beeld levert dit op over de mensheid? En wat doet dit met de mens? Eddy lijkt ervan uit te gaan dat de rauwe feiten voor zich spreken. Hij heeft geen ongelijk. Het is aan elk van ons om aan de hand hiervan in het eigen geweten te wroeten. Je zou als rechercheur alleszins voor minder naar een Zuiders eiland vertrekken, in een wanhopige poging alle viezigheid uit het geheugen te verdrijven. Vermoedelijk, blijkbaar, gezien het bestaan van dit boek, is dit een ijdele wens.
De feiten worden voorgeschoteld vanuit verschillende standpunten. Ook dat van de dader. Dit culmineert in het belangrijkste stukje waarin elk herinnerd dossier in een onwezenlijk aanvoelende vraag wordt gehuld. Evenveel stukjes verwoeste leven die een plek krijgen elders dan in lijvige dossiers en gerechtelijke proces-verbalen. Of ze hiermee een stukje waardigheid terugkrijgen is zeer de vraag, maar alleszins een plekje onder de aandacht van de lezer. Het is misschien al iets.
Eddy had makkelijk een bestseller kunnen schrijven over al deze dossiers, gewikkeld in een pijnlijke analyse van een maatschappij die mank loopt, vergezeld van een psychologisch onderzoek naar de oorzaken en effecten van de beschreven wandaden. Dat deed hij niet. Zijn ijzingwekkende getuigenis wisselt hij af met kleinere observaties en meningen, wat doet vermoeden dat dit deel uitmaakt van een noodzakelijk verwerkingsproces. Of het helend is durf ik te betwijfelen. Dat hij op een zuiders eiland de dingen van zich afschrijft toont aan dat deze in zijn bagages zijn meegereisd. Iets doet mij vermoeden dat dit boek nog maar de eerste aanloop vormt…
Leave a Reply