Laten we even aannemen dat er geen exacte definitie bestaat van wat kunst is, of, tenminste, dat deze voor elkeen verschillend zou zijn. Wat al dan niet als (goede) kunst wordt gezien, zou dan enkel kunnen worden vastgesteld door het effect dat het op een kijker heeft. Hoe vaag de definitie ook moge zijn, zal je niettemin moeten vaststellen dat kunst ‘iets’ doet met diegene die ernaar kijkt, om het even wie en om het even welke definitie hij hanteert van (goede) kunst. Mocht er al een gemeenschappelijke noemer bestaan voor deze aparte individuele ervaringen zou deze in de richting gaan van wat Ellen Winner in haar boek How art works de imaginative experience noemt: een gelijkaardige ervaring die niettemin voor elkeen heel verschillend kan zijn (en hiermee vergelijkbaar met het concept ‘spel’, maar dat brengt ons voorlopig wat te ver).
Kunst verschilt hierin vreemd genoeg van andere concepten die met smaak, voorkeur of gevoel te maken hebben. Een voorbeeld: wanneer je beste vriend geen spaghetti lust, zal je hem niet of nauwelijks op andere gedachten willen brengen. Maar mocht diezelfde vriend het nieuwste werk van jouw favoriete kunstenaar maar niets vinden, zal je je wellicht ergeren en hem met allerlei rationele en emotionele argumenten op andere gedachten willen brengen. De echte kunstliefhebber zal zich zelfs enigszins in zijn ego (zijn zelfbeeld) bedreigd voelen door de twijfels van zijn vriend -een gegeven dat op een hilarische manier tot het uiterste wordt gedreven in het toneelstuk Art van Yasmina Reza.
Zelfs zonder exacte definitie zal je moeten toegeven dat kunst ‘iets’ is dat ‘iets’ met je kan doen, dat andere objecten of ideeën niet kunnen.
Vaag genoeg… Maar het punt is dat je hiermee kunst op een of andere manier kan vaststellen door het effect die het genereert, en dat, gezien de ervaring van kunst zo’n diepe wortels heeft in ons zelfbeeld, je dit effect kan gebruiken om aan je ‘zelf’ te werken. U zal het reeds doorhebben: ik heb het over kunst als vorm van therapie, en als instrument in de psychotherapie.
Dit gaat veel verder dan enkel wat tekeningen maken om je gevoelens te kunnen uiten (een praktijk die overigens bijzonder mooi en diepgaand beschreven werd in boek Het blauwe kind van Henry Bauchau), en veel verder dan de talrijke kleurboeken die onder de noemer Mindfulness sinds kort de markt overspoelen. Art therapy is intussen een volwaardige tak van de psychologie en, zo gaat dat nu eenmaal, kent al verschillende subdisciplines en theoretische stromingen. Talrijke studies wijzen reeds op het therapeutisch effect dat kunst maken en bekijken heeft op het behandelen van angststoornissen, trauma’s, schizofrenie of dementie.
In het Eskenazi Museum of Art op de Indiana University hebben ze zelfs een kunsttherapeut in dienst. Het videokanaal Art Assignment maakte er een boeiende reportage van -zie hieronder voor de volledige versie.
Kunst kan in hoge mate dienen om het klassieke psychotherapeutische doel te bereiken en delen van de onderbewuste processen naar de oppervlakte te brengen. In deze zin is het voornamelijk een middel om jezelf meer en beter te leren kennen (en, in Jungiaanse termen: je ‘zelf’ als eenheid te ervaren). Door kunst te maken, of er als toeschouwer over te vertellen, ga je in alle vrijheid associaties maken die onthullend kunnen zijn over je diepere gedachten. Deze kunnen zin en betekenis beginnen krijgen aan de hand van de beelden die je maakt of ziet, ze zorgen voor structuur en herkenbaarheid van de vreemde taal die het onderbewuste soms hanteert.
Dit is nog maar het startpunt, volgens de therapeute. Door de gevoelens die kunst oproepen te benoemen en met anderen te bespreken ga je een connectie aan met de buitenwereld, waardoor deze meer als een eenheid wordt ervaren met je innerlijke zelf. Diepgewortelde angsten en fobieën kunnen hierdoor in een begrijpelijk kader worden geplaatst, wat helpt bij het remediëren ervan. Ga je nog een stap verder dan kom je op het gebied van zingeving en logotherapie, iets waar in deze reportage slechts oppervlakkig naar wordt verwezen, maar waar ik in komende weken verder op zal ingaan.
Voor een goed begrip: kunst biedt geen oplossing voor deze zaken, maar wel een uiterst efficiënt -direct en bruikbaar- middel ertoe.
Sarah Urist Green van de Art Assignment wijst in haar reportage overigens op een merkwaardig feit: als kunstkenner ga je automatisch met meer afstand, rationeler naar een kunstwerk kijken, wat de gevoelsmatige -en dus therapeutische- impact ervan sterk vermindert, zo niet volledig wegvaagt. De boodschap is dus -ik spreek tegen mijn winkel als kunstrecensent: hoe minder je over kunst weet, hoe meer het je kan helpen…
(er zijn uiteraard tegenargumenten te bedenken voor dit laatste, maar daar ga ik in komende artikels dieper op in)
Leave a Reply