Er doen heel wat verhalen de ronde over het beroep van leerkracht. Je zou haast gaan denken dat de zweem van mysterie en het hierbij horend ontzag waarmee het beroep vroeger omgeven was, niet is verdwenen. Sommige opmerkingen keren steeds terug, heb ik al gemerkt. Niets mis mee, behoudens het feit dat ze vaak op verkeerde assumpties gestoeld zijn.
Veel van de vooroordelen werden al ontkracht in de talrijke artikels die de laatste maanden verschenen over hoge werkdruk, administratieve rompslomp en hardnekkige lerarentekorten, dus beschouw deze bemerkingen als een kleine reminder aan de start van een nieuw schooljaar…
Leraren hebben veel vakantie
Dat is waar. Op papier. De mythische 2 maanden zijn niet meer dan dat, een mythe. De school zelf is een goede maand dicht in de zomer, maar draait ervoor en erna nog op hoge (soms volle) toeren, waarbij de hulp van leerkrachten vaak wordt ingeroepen. Voor lesvoorbereidingen kan je overigens best niet wachten tot 31 augustus. Afhankelijk van wijzigingen in leerplandoelen of opdrachten, ben je al gauw enkele weken zoet, ook in de vakantie. Begrijp me niet verkeerd: het is een job met veel vakantiedagen, maar een vakantiedag op papier betekent nog geen vakantiedag in het echte leven.
Leraar is een 9-4 job
Voor leraren die al jarenlang hetzelfde vak geven waarvan de cursus of de leerplandoelen niet onderhevig is aan periodieke wijzigingen, zal deze stelling niet al te ver van de waarheid liggen. Maar voor zover ik weet geldt dit slechts voor een heel kleine minderheid van de leerkrachten. Een kleine berekening vanuit mijn eigen ervaring -vorig jaar gaf ik weliswaar vakken waar geen (bruikbare) cursus voor voorhanden was-, spendeerde ik zo’n 3 uur aan voorbereidingen per uur dat ik lesgaf, dus nog afgezien van de andere schoolgebonden verantwoordelijkheden. Zo te horen ben ik lang geen uitzondering, ook niet vergeleken met meer ervaren collega’s.
Leraar worden is ideaal na een burnout
Met alle verhalen van leraren die in een burnout geraken zou deze veronderstelling al lang van de baan moeten zijn. Lang niet, blijkbaar. Mensen blijven me vertellen dat ze graag leraar willen worden, al even vaak om het feit dat ze een burnout nabij zijn. Nu goed, een burnout krijg je zelden van te veel te werken, wel door een toxische werkomgeving of de nutteloosheid van de functie bijvoorbeeld. Dus in die zin zou het moeten meevallen? En toch, als je ziet hoe snel sommige startende leraren volledig uitgeblust geraken lijkt het me een goed idee om dit vooroordeel, mocht je die al bezitten, grondig te herzien.
Leraren zijn niet meer gemotiveerd eenmaal ze vast benoemd zijn
Kort en bondig, vanuit mijn nog korte ervaring op een relatief kleine school (en via talrijke gesprekken ernaast, de helft van mijn schoonfamilie is leraar): ik ben ze nog niet tegengekomen, leraren die hun tijd komen verdoen of zich via alle mogelijke bochten van de ene langdurige ziekte naar de andere weten te navigeren (die laatste zou ik dan sowieso niet tegenkomen). Ongetwijfeld zullen ze bestaan, ergens, maar ze lijken me even zeldzaam als een existentialist met een bucket list…
Leraar is geen creatief beroep
My favourite. Nu goed, ik zit nu eenmaal met een vak dat mij toelaat om te experimenteren en nieuwe ideeën af te toetsen, en overigens zal niet elke leraar ook maar de drang voelen om creatief aan de slag te gaan. Niettemin zal elke leraar wel enige mate van creativiteit voor de dag moeten leggen, al was het maar om die van de leerlingen gepast te counteren. Maar ben je van nature creatief dan zal je dit op talrijke andere manieren kunnen gebruiken, om het even welk vak je geeft…
Enfin, genoeg gemijmer zo enkele dagen voor de start van een nieuw jaar… Aan de slag nu. Ik wens alvast iedere leraar, startend of niet, veel energie en inspiratie toe!
(generated with Microsoft image creator)
Leave a Reply