Als zelfverklaarde (salon)progressieveling, met enkele maanden ervaring als zij-instromer en een aantal schoolgaande nazaten, was ik natuurlijk geïntrigeerd door de titel van het boek van Dirk Van Damme, wiens bijdragen in de zeldzame momenten dat ik nog ‘live’ het nieuws op televisie volg, ik sowieso altijd waardeer.
Het boek staat bol van scherpe analyses van wat er allemaal fout is gegaan en bijgevolg nog steeds fout loopt in het onderwijs. Het is informatie uit de eerste hand, zou je kunnen stellen, gezien Van Damme als beleidsmaker actief was in een aantal cruciale fases van de recente onderwijsgeschiedenis. Hij is dan ook edelmoedig genoeg om af en toe mea culpa te slaan.
Wat mij echter voornamelijk interesseert, is hoe hij de analyse van het verleden vertaalt naar oplossingen voor de toekomst. Daarin biedt Van Damme naar mijn mening in elk geval een aantal originele, verrassende maar zeker haalbare ideeën, vaak gekoppeld aan scherpe kritiek op een groot aantal overeind gebleven heilige huisjes. Taboes staan hem duidelijk niet (meer?) in de weg.
Ik ben het niet met alle stellingen eens, voor alle duidelijkheid, maar het zijn zonder meer interessante denkpistes. Ik heb de vijf – wat mij betreft – meest opvallende voorstellen op een rijtje gezet:
(mocht de infographic niet leesbaar zijn kan je naar beneden scrollen voor de gewone tekst)
Van leerplicht naar leerrecht
Ik maak het al enkele maanden mee, voor een grotendeels ongeïnteresseerde en alle motivatie ontbrekende groep, om hen een voorgekauwd curriculum in de hersenen te lepelen. Ze zijn geen meerderheid, duidelijk, maar ze slagen er wonderwel in om de leerlingen die wel gemotiveerd naar school komen, achterop te houden. “Dwang bevordert motivatie niet” (p131), weet Van Damme, wat hem tot de conclusie leidt dat de school niet altijd en voor iedereen de beste plek is om te leren.
Wat hij voorstelt is zeker verleidelijk: jongeren een leerrecht bieden in plaats van een leerplicht. Ze zouden na een aantal jaar werken tot het besef komen dat ze andere interesses hebben of dat hen competenties ontbreken, en hun curriculum gedurende hun carrière naar eigen inzicht kunnen aanvullen.
Een terugkeer naar het Bildungsideaal
Van Damme is geen nostalgicus, laten we wel wezen. Niettemin pleit hij hier en daar duidelijk voor een hernieuwde belangstelling voor harde disciplines als Latijn of logica, kortom voor kennisvakken. Zijn betoog voor deze fundamentele geestesvormende vakken mag dan misschien nog cliché lijken, het feit blijft dat deze een welbepaalde groep jongeren beter voorbereiden op specifieke maatschappelijke taken. Ze inruilen voor een vaag ideaal van gelijke kansen, vindt Van Damme, is, talrijke studies in de hand, ronduit een slecht idee.
“Het is eerder een kwestie van de vormende waarde op een even analytische en duidelijke manier te benaderen dan van arbeidsmarktrelevantie.” (p166)
Herwaardering van de leraar
Juich niet te snel, beste collega’s, het gaat hier om een herwaardering, geen opwaardering. Hoewel ik durf te beweren dat het ene uit het andere zal voortkomen. Vergeet echter de ‘leraar-coach’, stelt Van Damme, en vervang hem door de leraar als de “centrale ingenieur van onderwijsprocessen.” Concreet? Hij ziet de hernieuwde taak van de leraar als het “ontwerpen van digitale leeromgevingen en het begeleiden van kinderen en jongeren in hybride omgevingen.”
Ik vermoed dat talrijke collega’s huiveren bij deze gedachte. En, toegegeven, het zal niet voor iedereen onmiddellijk en algemeen toepasbaar zijn. Maar anderzijds, als het klassieke onderwijs dit niet als een serieuze optie overweegt, zullen leerlingen snel andere leerpaden bewandelen. Het ontwikkelen van een hybride aanbod lijkt mij vanuit mijn positie als leerkracht in elk geval een minimale doelstelling voor het onderwijs als geheel.
Herwaardering van het diploma
Er zijn talloze momenten in dit boek waarin Van Damme het huidige systeem van massa-opleidingen bekritiseert. Het feit dat veel bedrijven zich genoodzaakt zien om opleidingen aan te bieden voor mensen met een diploma, is al een teken aan de wand. Net als het feit dat de kwaliteit van het onderwijs – en dus de waarde van het diploma – de laatste jaren aantoonbaar is afgenomen door onze benadrukking van gelijke kansen. Voeg daar onze verouderde notie aan toe dat algemene vorming het hoogste goed is, ten koste van technische of beroepsopleidingen, en voilà, je hebt een groot probleem in het onderwijsveld.
Hoe ongemakkelijk dit ook voor mij zou zijn geweest voordat ik begon te lesgeven in de dubbele en arbeidsgerichte stroom, moet ik toegeven dat het loslaten van het egalitaire denken dat Van Damme naar voren brengt, een oplossing kan zijn voor tal van concrete problemen. Het is echter geen eenvoudige opgave. Maar de combinatie met het idee dat hij in het laatste hoofdstuk bespreekt, maakt het voor mij enigszins geruststellender en acceptabeler.
Een onderwijssysteem van microcredentials
Veel van de analyses die Van Damme maakt, zijn terecht. De problemen bestaan en er zijn geen wonderoplossingen. Maar een werkbaar, concreet en relatief snel toepasbaar concept is het systeem van microcredentials, dat sommige landen al volop aan het implementeren zijn. Kortetermijntrajecten rond specifieke thema’s en vaardigheden, die leerlingen stap voor stap en op eigen tempo kunnen opbouwen tot een waardevol curriculum. Het is zelfs in tal van bedrijven een gangbare praktijk geworden, dus waarom niet in het onderwijs? Ik zou in elk geval enkele van mijn moeilijk te motiveren leerlingen direct voor dit idee zien tekenen.
Zoals Van Damme het goed samenvat – zelfs al zou ik het ook van toepassing zien in het secundair onderwijs: “Dit valt samen met een hernieuwde politieke belangstelling voor een sociaal rechtvaardiger deelname aan postsecundair onderwijs voor kortere trajecten, voor hogere slagingspercentages en voor het voldoen aan de vraag naar competenties voor beroepen net onder de hooggeschoolde beroepen.” (p231)
Dirk Van Damme
Emancipatie, excellentie en eerlijke kansen
Een progressieve visie op onderwijs
Paperback
9789461175120
276 pagina’s
Leave a Reply