In het onderwijs staan na jarenlange ervaring in ‘de privé’, het is even wennen. Zeker wanneer je in een commerciële omgeving bent gepokt en gemazeld, professioneel gezien dan, is het aanpassen aan een logica die bijvoorbeeld gespeend is van termen als efficiëntie en rendabiliteit, ook al verschijnen ze in toenemende mate in rapporten en adviezen. Er bestaan prestatie-indicatoren natuurlijk, zowel voor leraren, leerlingen als voor scholen. Ze zijn concreet en meetbaar, zeker, maar in welke mate meten ze wat we willen meten, met name hoe betekenisvol het geleverde onderwijs is voor de leerlingen? In een commerciële omgeving is het uiteindelijke doel voor iedereen duidelijk: groei en winst (begrippen die weliswaar een hele resem andere indicatoren impliceren). Zo’n objectief doel bestaat niet in het onderwijs, en gelukkig maar. Maar voor wie uit een commerciële omgeving komt vergt het een grondige mentaliteitsswitch. Zo zijn er wel meer voorbeelden.
Er bestaan talrijke websites vol goede adviezen voor zij-instromers om een vloeiende transitie te verzekeren, en sommige scholen hebben hierin een originele aanpak. Deze adviezen zijn heel concreet, van gestructureerde lesvoorbereiding tot vlot samenwerken met collega’s. Nuttig, uiteraard, maar er ontbreken mijns inziens een aantal adviezen over hoe (potentiële) zij-instromers zich kunnen voorbereiden op een heel andere manier van denken in het onderwijs.
Elke situatie is anders, uiteraard, er is geen one size fits all, al zeker niet in het onderwijs. De opmerkingen hieronder werden dan ook vanuit een bescheiden kikkerperspectief geformuleerd. Ze komen weliswaar van een ervaringsdeskundige, waar ik me langzamerhand toe begin te rekenen, maar dit duidt meteen ook op de beperking ervan: ze hebben enkel op mijzelf betrekking. Maar misschien zijn een aantal van deze adviezen nuttig voor anderen, vandaar dat ik ze durf te delen.
(voor de volledigheid: deze tips komen uit mijn eigen ervaring in het secondair onderwijs, tweede en derde graad, en een mix van de drie finaliteiten)
De relativiteit van je ervaring
De eerste lesdag stel je jezelf voor aan de klas, dat spreekt vanzelf. Wat je vertelt over je ervaring buiten het onderwijs zal sowieso blijven nazinderen. Blijf er dan ook niet op terugkomen in de lessen. Leerlingen zullen snel iets hebben van ‘was daar dan maar gebleven’, om het even welke argumenten je aangeeft voor je overstap. Ze zullen overigens nooit begrijpen dat iemand bereid is om minder te gaan verdienen -wat vaak het geval is. Op die leeftijd het een teken van zwakzinnigheid om een beroep te verkiezen dat minder oplevert, het is een gegeven die de leerlingen al zeker goed kennen. Jouw ervaring kan je valoriseren uiteraard. Anekdotes kunnen de lessen levendig maken, theorie kan met concrete voorbeelden meer tot de verbeelding spreken. Maar je hoeft hier niet eindeloos op terug te komen, het werkt contra-producties.
Neem niets persoonlijks
Het is een tip die overal geldt, uiteraard, maar meer nog in het onderwijs. Leerlingen van een bepaalde leeftijd zijn meedogenloos. Directe feedback is een techniek die ze maar al te goed onder de knie hebben, en door de klasdynamiek kan het snel lijken of een hele meute je ervan bedient. Dit komt zelden vanuit een ingeboren vijandschap en, hoe vreemd het ook moge klinken, jij bent zelden het ware onderwerp van hun openhartige feedback. Ik leerde de opmerkingen te negeren, en inderdaad, na verloop van tijd hielden ze op, of probeerden de leerlingen alleszins andere -ik durf zelfs stellen: meer constructieve- manieren uit om hun meningen te ventileren. Elke dag, elk uur soms, is anders, ook in dezelfde klas. Ik heb alleszins geleerd snel te vergeten wat er het uur voordien gebeurde.
Vraag feedback
Het feedbackmechanisme werkt anders in het onderwijs. Als beginnende leerkracht -ook als zijinstromer- kan je wel feedback verwachten en wordt deze besproken, onder meer met oog op het bekomen van een TADD. Naar wat ik verneem van collega-zijinstromers kan je je best niet verwachten aan de klassieke lijst met scores en werkpunten die doorheen het jaar regelmatig worden afgetoetst en bijgeschaafd. Persoonlijk heb ik er geen last van -ik heb altijd goed geaard in het ongewisse- maar ik kan me best inbeelden dat het voor anderen moeilijker te verteren is. In de klas sta je er in regel alleen voor, je neemt wel honderden beslissingen per lesuur om je doel te behalen. Niet alle beslissingen zijn goed, soms is snelheid belangrijker dan kwaliteit. Als iemand langskomt om de sfeer te proeven en je op basis hiervan een beoordeling te geven, kan het al snel onrechtvaardig voelen. De beoordeling gaat dan ook om impressies, meer dan om lijstjes met vaardigheden die je al dan niet kan afvinken. Om niet voor verrassingen te staan komt het er ook op aan regelmatig feedback te vragen, zowel van collega’s als aan het pedagogische team. Meer dan te streven naar het beeld van perfecte leraar -zoiets bestaat niet- komt het erop neer continu open te staan voor verbetering…
‘Wees jezelf’
Het is een tip die ik van veel collega’s kreeg bij de start van mijn nieuwe carrière. Gek genoeg is het misschien de moeilijkste om te volgen. ‘Wees jezelf’. In mijn geval betekent dit ervan uitgaan dat in elke mens een greintje motivatie zit om dingen goed te doen (of goede dingen te doen), en het erop aankomt die te vinden en te versterken. Ik oordeel niet graag, vanuit een bepaalde argwaan jegens elke vorm van autoriteit. ‘Ik ben niet streng, maar wel veeleisend,’ zeg ik vaak tegen mijn leerlingen. Vreemd genoeg onthouden ze voornamelijk het eerste deel van de uitspraak. Het zijn aspecten die wat hinderlijk zijn voor mijn rol als leraar, moet ik toegeven, en het is ook nu nog zoeken naar het juiste evenwicht tussen mijn persoonlijkheid en mijn rol als leerkracht. ‘Jezelf zijn’ blijft een uitstekend advies, de leerlingen doorprikken snel alle pogingen een rol te spelen die je niet ligt. Maar om die rol goed te volbrengen helpt het niet steeds om jezelf te zijn.
Ground zero
Voor alle duidelijkheid: voor zowel de leerlingen als voor collega’s begin je van nul. Nul krediet, nul kapitaal, nul geloofwaardigheid (als leerkracht). Je reputatie als leerkracht zal je van de grond af moeten opbouwen, en daarin kan jouw voorgaande ervaring uiteraard helpen: gevoeligheden inschatten, initiatieven nemen, met mislukkingen kunnen omgaan, op de juiste momenten je stem laten horen of je daadkracht bewijzen. Het vergt veel energie, zoals je wellicht vermoed of weet, en het is een keiharde les in bescheidenheid, maar wat is er mooier dan zelf bij te leren, ook als leerkracht?
Leave a Reply