Misschien kun je hier spreken van een nieuwe vorm van filosofie: de ‘onderzoeksfilosofie’. In deze tijden van storytelling laten filosofen (en wetenschappers allerhande) zich vaak wat onhandig verleiden tot het primaat van het narratief, dat helaas even vaak een goed onderbouwde visie ondersneeuwt, voor zover die al aanwezig was.
De Franse filosoof Gaspard Koenig vormt een uitzondering. In zijn boek La fin de l’individu onderzoekt hij de impact van Artificial Intelligence (AI) op de wereld aan de hand van 120 gesprekken met professoren, entrepreneurs, opiniemakers en politici, waaronder namen als Yuval Harari, Stuart Russell, Jun Zhu en Nassim Taleb. Ondanks de sensationele titel – een boek moet per slot van rekening ook verkopen – distilleert Koenig een gebalanceerde toekomstvisie, rijk aan filosofische inzichten en waardevolle uitstapjes naar disciplines als psychologie, economie en kunst. Het mag duidelijk zijn: de hedendaagse filosoof is veelzijdig en experimenteert met vernieuwende benaderingen.
Een bijzonder hoofdstuk onderzoekt hoe de regio waar AI wordt ontwikkeld de toekomst ervan zal bepalen. Koenig onderscheidt drie modellen gebaseerd op ethisch-culturele grondslagen en maatschappijvisies: het Confuciaanse model in China, het Protestantse model in Amerika en het Stoïcijnse model in Europa. Deze visies hebben grote implicaties voor de ontwikkeling van AI en roepen de fundamentele vraag op welk model uiteindelijk zal domineren.
Van Confuciaans model naar digitaal imperialisme
Vanuit een Westers perspectief lijkt het verrassend hoe ongehinderd de Chinese overheid AI ontwikkelt om volledige controle over haar bevolking te verwerven. Social credits maken al deel uit van het dagelijks leven, zonder veel openlijk protest. De ondergeschikte rol van het individu ten opzichte van een hoger maatschappelijk doel is een fundamenteel principe van het Confucianisme, dat historisch een moreel kompas was in China en door de overheid herbevestigd wordt. Begrippen als privacy of vrije wil lijken in dit licht betekenisloos.
Koenig sprak met de Chinese economist en voormalig FMI-topman Zhu Min, die zijn Westerse gesprekspartners beleefd maar onomwonden confronteert met een toekomstvisie waarin de globalisering afneemt, maar China’s imperialistische ambities niet verdwijnen. In dit scenario vertrouwt een Franse kaasboer volledig op door AI-gedreven Chinese platformen, zoals Alibaba, voor productie en export naar de Chinese markt. De kaasboer behoudt winst, maar de werkelijke controle ligt bij de Chinese bedrijven. De nieuwe Zijderoute is digitaal.
Het protestants utilitarisme in dienst van het hoogste goed
De Amerikaanse maatschappij, sterk pragmatisch van aard, volgt een utilitaristische ethiek: keuzes en innovaties moeten het grootste deel van de bevolking ten goede komen. Dit leidt tot onverwachte gevolgen voor de integratie van AI. Koenig introduceert hier de notie van nudging: individuen worden subtiel gestuurd om keuzes te maken die gunstig zijn voor henzelf of de samenleving. AI, met zijn schat aan kennis, maakt dit proces bijzonder effectief.
Veel van onze beslissingen worden door onbewuste processen beïnvloed, met alle bias en irrationaliteit van dien. AI kan deze optimaliseren, een visie die Yuval Harari onderschrijft. Volgens hem bevrijdt de beste vorm van liberalisme ons van “onzinnige verlangens”. Voor Harari, als boeddhist, kan een dergelijke bevrijding leiden tot spirituele verlichting, wat misschien verklaart waarom transhumanisme zo aantrekkelijk is voor Amerikaanse tech-ondernemers. Een rationele samenleving zou pragmatisch gezien het collectief ten goede komen.
Het Europese Stoïcisme als bastion van de vrije wil
Europeanen, met hun nadruk op vrije wil en non-conformisme, staan vrij alleen in hun weerstand tegen de vorige modellen. Koenig citeert Matthieu Ricard: “La moralité spontanée, instinctive, est la manifestation de nos qualités et de nos défauts les plus profonds.” Dit morele kompas, volgens Ricard essentieel, vereist oefening om relevant te blijven.
Hoewel deze visie soms als naïef wordt bestempeld, heeft het Europese Stoïcisme reeds bewezen waardevol te zijn. Concepten als privacy en digitale autonomie zijn dankzij Europese initiatieven wereldwijd op de agenda gekomen, zelfs in de boardrooms van Big Tech. Ondanks de ogenschijnlijke strijd tegen de bierkaai blijft de Europeaan, zoals Sisyphus, gelukkig in zijn verzet. Camus had gelijk: vechten tegen onvolmaaktheid definieert onze menselijkheid.
Een toekomst vol regionale AI-burchten?
Hoewel de toekomst van AI lijkt te worden bepaald door tech-giganten in China en de VS, biedt Koenig ruimte voor een ander scenario: regionale burchten, elk met hun eigen AI-modellen. Hoewel AI van nature globaal lijkt, kan een meer regionale benadering wenselijk zijn vanuit een Europees Stoïcijns perspectief.
Koenig sluit zijn reis af met een verwijzing naar Zola’s La bête humaine. Tegen de onafwendbare technologische vooruitgang biedt Zola’s citaat een Europees antwoord: “Onze onvolmaaktheden maken ons menselijk.” Geen AI kan daar tegenop.
Gaspard Koenig – La fin de l’individu: Voyage d’un philosophe au pays de l’intelligence artificielle
L’OBSERVATOIRE, 400p.
Leave a Reply