Onderwijs in tijden van ChatGPT

Ik kwam op de arbeidsmarkt wanneer de diensteneconomie haar hoogtepunt bereikte. Een tiental jaar erna surfte ik volop mee op de golf van de kenniseconomie, die na het uitbarsten van de dotcom-bubbel naar een tweede adem hapte. In de derde fase van mijn professionele loopbaan lijk ik volop in een nieuwe economie te zijn beland, en het is er een die de sector waarin ik nu vertoef, het onderwijs, fundamenteel op haar grondvesten lijkt te zullen doen daveren. Ik bevind me volop in wat sommigen al de ‘cognitieve economie’ noemen.

Het geeft goed weer hoe het verschijnen van ChatGPT4 de gemoederen beroert. We waren nog maar net de mogelijkheden van Big Data en het Internet of Things aan het verkennen of we komen plots in een wereld terecht waarin we een evenwaardige -maar niet gelijkaardige- intelligentie naast ons moeten dulden, met alle diepgaande maatschappelijke verschuivingen vandien.

Dit is geen loze veronderstelling. Het LLM (Large Language Model) waarop ChatGPT is gebouwd werkt nu reeds met meer dan 1000 miljard (u leest het goed) parameters en heeft daadwerkelijk toegang tot een nagenoeg ongelimiteerde hoeveelheid informatie. ChatGPT3 (de vorige versie) zou een IQ hebben van 96, zijn opvolger zo’n 124. De nakomelingen zullen naar alle verwachtingen het IQ van een Leibniz ver overtreffen. De Turing-test (een graadmeter om in te schatten hoe ‘menselijk’ een computerprogramma zich gedraagt) doorstond ChatGPT (te) makkelijk, dus werd de Winograd Schema Challenge ontworpen. Ik bespaar u de details, maar het is nagenoeg onmogelijk  te beantwoorden voor de normale mens. In enkele seconden had ChatGPT de klus geklaard.

Het vreemde is dat het systeem niet enkel over kennis beschikt en deze kan omzetten tot algemene inzichten, het is verrassend genoeg capaciteiten aan het verwerven waar het niet voor werd geprogrammeerd. Het kan zich bijvoorbeeld een idee vormen van een Othello-bord om inzicht te verwerven in het spelverloop, zonder dat dit ooit als parameters of instructies werd ingegeven. Bard, het broertje van ChatGPT, heeft zichzelf blijkbaar zonder dat het deze opdracht had de Perzische taal aangeleerd. Het is nu onder ingenieurs wereldwijd een nieuwe sport geworden om trachten te begrijpen hoe het AI-systeem deze inzichten precies bekomt, en beslissingen maakt.

Voor alle duidelijkheid: deep learning AI-systemen werken niet als menselijke hersenen, ook al overtreffen ze deze op bepaalde domeinen. Het zal bijvoorbeeld nooit over de informatie beschikken die ons lichaam aan onze hersenen voedt (en die feitelijk aan de oorsprong liggen van ons bewustzijn, zo menen sommige neuro-onderzoekers als Anil Seth of Mark Solms). Noch zal het zoiets kennen als een geestelijk, innerlijk leven, of zal toeval ooit een grote rol spelen in zijn redenering. Het maakt net als de mens inschattingsfouten die ontstaan uit verkeerde veronderstellingen (de zogenaamde cognitive biases) en valt soms ten prooi aan hallucinaties (zo zijn de bugs gaan heten), maar in essentie blijft het een rationeel redenerend systeem, wat de mens overwegend niet is.

Niettemin, of juist daardoor, gedraagt het systeem zich als iets dat de meeste specialisten als intelligent bestempelen, en waarvan niemand werkelijk kan voorspellen hoe het verder zal evolueren. Zelfs de ingenieurs van OpenAI die het systeem in het leven riepen hebben er het raden naar wat er allemaal in gebeurt.

Is daarmee de geest uit de fles? Er lijken zich twee kampen te profileren. De doemdenkers (waaronder velen die aan de wieg stonden van deze evolutie) voorspellen het einde van de mensheid of achten de kans groot dat de veel intelligentere AI-systemen mensen zullen aanzien als middelen om een vooralsnog ongekend doel te bereiken. Het systeem heeft toegang tot het internet of things en kan dus een concrete impact hebben niet enkel op hoe we denken, maar ook op de middelen waar we afhankelijk van zijn.

Daarnaast heb je de techno-optimisten, die onder meer voorspellen dat de mens dankzij AI in een beetje verdere toekomst het hele universum zal kunnen koloniseren. Iets bescheidenere optimistische toekomstdenkers menen dat veel automatische taken en vitale uitdagingen zoals klimaatopwarming zullen worden overgenomen door AI en dat de mens een bloeiende toekomst te wachten staat met een minimum aan inspanningen. Waar hebben we dit nog gehoord? Ah juist, John Maynard Keynes in Economic Possibilities for our Grandchildren. Uit 1930…

De waarheid zal zoals steeds het midden houden. Daarin biedt de technofilosoof Kevin Kelly een verrassend gebalanceerd beeld. Kelly gaat ervan uit dat er verschillende vormen van intelligentie bestaat, waar ChatGPT en andere ‘deep-learning’ systemen er slechts een van zijn. Wil de mens nog een (mooie) toekomst tegemoet gaan, dan zal het moeten leren de vruchten te plukken van nieuwe samenwerkingen met deze vormen van intelligentie.

Er zijn talrijke gevaren en uitdagingen verbonden aan deze ontwikkeling, talrijke mogelijkheden ook. Yuval Noah Harari wijst op de fundamentele shift van aandachteconomie naar intimacy-economy. Waar het internet en sociale media hengelen naar onze aandacht, zal het AI systeem op een veel diepere, intiemere manier gaan interageren met de mens en veel van zijn beslissingen beïnvloeden, zoniet gewoonweg overnemen. Zo bekeken bestaan er slechts heel weinig maatschappelijke functies die geen impact zouden ondervinden van deze evolutie.

Opvallend is dat het overwegend white collar jobs zijn (bedienden en experts die ontstonden in de kenniseconomie) die nu het vuur aan de schenen worden gelegd, terwijl de blue collar werkers (arbeiders) nog de impact van de doorgedreven automatisering aan het absorberen zijn. Noem het karma, maar zelfs de nood aan computerprogrammeurs, ook deze aan de basis staan de ontwikkeling van AI systemen, dreigt te verdwijnen. ChatGPT4 is perfect in staat foutloze codes te schrijven op eenvoudig schriftelijk verzoek.

Naar alle waarschijnlijkheid zal de creative distruction van Joseph Schumpeter ook hier spelen, en zal deze grondige verschuiving gepaard gaan met de creatie van nieuwe mogelijkheden, en nieuwe jobs. Al is het koffiedik kijken hoe deze er precies uit zullen zien, is het gezien de snelheid van de huidige evolutie cruciaal om zich erop voor te bereiden. De Grote Vijf die de nieuwe evolutie grotendeels in handen hebben (Alphabet, Amazon, Apple, Meta en Microsoft) zullen niet omkijken, noch pauzeren. Het is ligt dus aan twee instanties die het maatschappelijk weefsel kunnen sturen om deze evolutie in goede banen te leiden: de overheid en het onderwijs.

Overheden -niet enkel de Belgische- verzaken jammerlijk aan deze essentiële taak. We zijn zelfs op een punt gekomen waarop enkele oorspronkelijke bedenkers van de huidige AI systemen luidop een pauze willen inlassen in de ontwikkeling ervan, om overheden in staat te stellen de technologie bij te benen met juridische maatregelen. De oproep heeft om verschillende redenen weinig kans opgevolgd te worden.

Hoe kan het onderwijs zich voorbereiden op de komst van deep-learning AI systemen?

Ik vroeg het eerst aan de voornaamste betrokkene, chatGPT. Het volledige antwoord voeg ik onderaan dit artikel, maar het besluit in de laatste paragraaf klinkt zowel diplomatisch als weinigzeggend: “het onderwijs moet zich richten op het cultiveren van digitale geletterdheid, kritisch denken, creativiteit, ethisch bewustzijn en samenwerking om studenten voor te bereiden op een wereld waarin geavanceerde AI-modellen zoals ChatGPT steeds prominenter aanwezig zijn.” Over zaken als deze kan een mens voorlopig nog beter zelf nadenken.

La seule façon d’apprendre est de contester!” scandeerde Sartre al, wiens filosofie in het licht van de huidige evolutie een vernieuwde, bijzonder aanlokkelijke betekenis lijkt te krijgen. Zijn oproep lees ik niet als een uitnodiging tot protest, maar als een uitnodiging om zich tegenover de komst van nieuwe vormen van intelligentie duidelijker te affirmeren en deze dingen die ons tot mens maken meer te benadrukken. Enkel door deze scherper af te lijnen kunnen we tot vruchtbare vormen van samenwerking komen met AI-systemen, en, maar dit is mijn persoonlijke mening, weerwerk bieden aan de briljante geesten die onomwonden een vorm van transhumanisme tot doel hebben, waarin ons neurologische netwerk inherent verbonden zal zijn met de mogelijkheden van AI.

Ons onderscheiden van AI kan voor elk van ons andere vormen aannemen. Het is een oud mantra, en het wordt begrijpelijk genoeg door de sector als nagenoeg onmogelijk geacht: onderwijs op maat. Maar AI kan juist nieuwe mogelijkheden bieden om wel een onderwijs à la carte aan te bieden. Wat weerhoudt ons in de huidige context om dit te doen? De werklast van de leraren, maar AI-systemen kunnen deze op talrijke manieren verlichten. Het aanpassen van de leerstof en -ritme aan elke individuele leerling? Ook hier kan AI binnenkort onschatbare hulp bieden. Een te sterk toegenomen complexiteit? Dat is juist waar AI zo sterk in is. Pedro De Bruyckere heeft zeker gelijk wanneer hij in De Morgen stelt dat het fundamentele doel van het onderwijs in geen duizend jaar fundamenteel is veranderd. Wat misschien wel is verandert is wie of wat deze opdracht vervult.

Een (voorlopige) conclusie

We begeven ons in een nieuw paradigma, en leerlingen voelen dit perfect aan. Het is niets om alarmistisch over te doen, de mensheid heeft al een aantal grondige verschuivingen van paradigma’s overleefd. We bevinden ons echter op onontgonnen terrein, en zoals steeds in dit geval zullen er koplopers en achterblijvers zijn. Het zal gepaard gaan met successen voor de enen en ellende voor anderen. Het onderwijs, wil het haar taak als voorbereiding op een relevante maatschappelijke rol vervullen, zal zich moeten aanpassen.

De komende generaties LLM- AI systemen zullen beelden kunnen herkennen, menselijke sentimenten feillozer kunnen ‘aanvoelen’, en afhankelijk van de definitie zal het zelfs over een vorm van bewustzijn kunnen beschikken. Willen we als mens relevant blijven in deze nieuwe context zullen we met deze vormen van intelligentie moeten leren samenwerken, maar vooral ook leren de nadruk te leggen op complementaire vaardigheden, datgene wat ons onderscheidt van deze nieuwe vormen van intelligentie: intuïtie, ethiek, fouten maken, nieuwsgierigheid, omgaan met emoties en irrationele concepten, een rijkere tactiele beleving van de omgeving, het onderscheiden van subtielere betekenissen in communicatie, de capaciteit zich constant aan te passen, het anticiperen op en benutten van toevallige gebeurtenissen; het zijn vaardigheden waar we meer dan ooit de nadruk op moeten leggen.  Ze bieden denkpistes voor hoe het onderwijs haar essentiële rol in de nabije toekomst zal moeten vervullen.

© Frederic De Meyer



Comments

One response to “Onderwijs in tijden van ChatGPT”

  1. […] mijn vorig artikel startte ik mijn onderzoek naar de impact van de nieuwe generatie AI-systemen als ChatGPT op het […]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *